Pages

zondag 30 mei 2010

Campagnetijd

Het is zo spannend. Ik zit al twee weken lang zenuwachtig alle media af te struinen in een hopeloze zoektocht om te voorspellen hoe de nieuwe coalitie eruit zal zien. Niet dat ik een tactische stemmer ben hoor. Mijn kruisje is al lang voorbestemd. Maar toch gaat het buikje steeds weer kriebelen als Frits Wester met zijn bulldozerstem of Rick Nieman met zijn beetje afwezige - hallo, hoe gaat het? Ja, alles fijn? Mooi zeg. En de kinderen ook? Top. We spreken elkaar snel. Hee hoi! - klanken aankondigt hoe de peilingen vandaag weer zijn uitgevallen.

Over mijn buik gesproken, waar is de aandacht voor het eten in deze campagne, hè. Weten wij überhaupt of de campagnetijgers een beetje gourmands zijn? Nee, horen we nooit iets over. Lijkt me toch een leuk programma-item. Doen we Smaken Verschillen met de kopstukken. Kan me eigenlijk geen betere metafoor voor het politieke proces voorstellen. Ik zie Femke al met een biologische caponata komen, Emile met oma's gehaktbal en Job met een Argentijnse dikbilbiefstuk, waar Wilders dan uiteraard weer tegen is. Netwerk kan lekker doorrekenen hoeveel het maal kost. En Henk en Ingrid kunnen hun input geven via Twitter. Resultaat is net als bij het programma dat iedereen uiteindelijk ontevreden is met zijn eigen score.

Maar ja, dat zal wel niet gebeuren. We zijn niet een erg gastronomisch volk. Weinig kans dat bij ons een leider wordt afgedaan met een one-liner als: Hoe kan je iemand vertrouwen die zo slecht kan koken? (to paraphrase Chirac over
Blair). Napoleon was pas 31 toen al een gerecht naar een van zijn veldslagen vernoemd werd (poulet Marengo). Na acht jaar Balkenende hebben we nog niet de minste Capelse wentelteef of Catshuis-kalkoen op zijn naam kunnen schrijven. Maar goed, onze premier heeft in die jaren ook niet zoveel gepresteerd als de Eerste Consul. Verste dat we komen is Cohen en zijn thee, en zelfs daarvan weten we niet wat zijn lievelingssoort is. Zelfs Harry Mens, iemand op wie je doorgaans kan vertrouwen om zijn gasten te vragen: "Hee Mat/Sjuul/Pim, ben jij ook een beetje goed in de keuken?" (Antwoord is steevast: Ja Harry, ik ben heel goed in karbonaatjes) houdt zich bij de huidige groep politici stil. Zo anders in het buitenland, waar een heel programma gewijd kan worden aan het favoriete gerecht van Charles de Gaulle (poule au pot).

Ik zie geen andere oplossing dan onze favo politici een beetje op weg te helpen om ook rechtgeaard gastronomisch Nederland voor zich te winnen. Mark, hier is er een voor jou!

Vichyssoisse
(... I know weer soep, but it's really really good.)

Ingrediënten

- 1 kg prei
- 180 g ui
- 180 g aardappels
- 1,7 l kippenbouillon
- 200 ml extra vergine olijfolie
- 6 takken peterselie, 2 takken tijm,
2 laurierbladeren
- handje bieslook
- 250 ml slagroom
- zout en cayennepeper

Dit is een recept waar een keukenmachine echt goed bij van pas komt, maar als je het niet hebt - zoals ik - is een groot mes natuurlijk ook prima. Begin met het donkergroene stuk van de prei te verwijderen, en het kontje te trimmen. Snijd de rest van de prei vervolgens in de lengterichting twee keer doormidden. Let wel op dat je het kontje niet afsnijdt. Vervolgens goed wassen. Je hebt dan als het goed is ongeveer 750 kg prei over. Pel de ui en snijd doormidden. Doe hetzelfde met de aardappels. Nu is het moment dat je als je een keukenmachine hebt, deze baby het werk laat doen. Zet er die "snij"-schijf op en voer de groente er in rap tempo doorheen. Snijd het kontje van de prei niet mee. Als je geen machine hebt, dan gewoon erg dun snijden. Het is belangrijk dat de groente dun is, omdat dat betekent dat de soep niet lang hoeft te koken, waardoor de verse smaak van de prei niet verdwijnt.

Doe 150 ml van de olijfolie in een diepe pan (inhoud 3 l ongeveer) en laat
het opwarmen. Voeg de groente toe, en laat het fruiten voor een minuut of vijf totdat de "rauwe" geur van de prei en ui weg is. Zorg er wel voor dat de groente geen kleur krijgt, dus vrij zachtjes doen. Verwarm vervolgens in een andere pan de bouillon (ik gebruik ook hier gewoon een goed blokje). Bindt de kruiden samen met wat touw en voeg toe aan de groente. Gooi hier vervolgens de warme bouillon bij. Breng aan de kook, zet dan het vuur laag en laat met de deksel erop een minuut of 10 pruttelen. Als de aardappels zacht zijn is de soep klaar. Haal het kruidenbuideltje uit de soep en pureer met een staafmixer/blender/passe-vite, wat je hebt. Voeg de slagroom toe, de resterende 50 ml olijfolie, samen met flink wat zout (je schrikt ervan maar 1,5 eetlepel is wel nodig) en cayennepeper (1/2 eetlepel). Meng weer en proef. Het kan zijn dat je nog wat meer zout of cayennepeper nodig hebt.

Nu kan je twee kanten opgaan,
een is koud, de ander is warm. Koud is traditioneel. Je zet de soep voor een uur of zes in de ijskast. Maar misschien heb je het geduld niet, en dan kan het natuurlijk ook warm. Het is wel zo dat koude zaken altijd minder smaak hebben, dus dan heb je wat meer zout en cayennepeper nodig. In beide gevallen dien je het op in een mooie soepkom en sprenkel je er wat dungesneden bieslook over heen. Beetje brood, glas sauvignon, lovely starter op een warme dag.

zondag 23 mei 2010

Verbrand

Hebt u het gemerkt? Het is - ten langen leste - zomer geworden in Nederland, zo ook hier in Amsterdam. We hebben er lang, erg lang op moeten wachten. Een gure aprilmaand en een net zo weinig belovend begin van mei deed al denken dat we moesten uitwijken naar het buitenland om een beetje zon te vinden... maar dan, een mirakel, een Pinksterweekend met zachte temperaturen en genereuze zon.

Uw correspondent heeft de hele dag doorgebracht in een park in zijn buurt, enigszins herstellende van de milde excessen van vorige avonden/dagen. Want ja, als een zacht briesje over de grachten waait, en de bomen groen zijn, denkt men alleen aan drinken en lotus eten - of in mijn geval een paar glazen rosé de
Provence, vergezeld door wat artisjokbodems met eendenlever, een bordje zachte asperges met truffelvinaigrette, wat kikkerbilletjes en beetje kaas, met nog meer wijn wijn en wijn. Dag daarvoor met wat kantoorgenoten bier drinkend om de steriele betonheid van de Zuidas te verdrijven en de avond wegborrelend in de New Hot Galerie Brandt (www.galeriebrandt.com). Kortom, aanslagje op de lever en hoog tijd voor wat solitaire zelfreflexie en detoxing.

Dus, gewapend met een goed, hoog pretentieus boek (
mémoires van Chirac) richting het Sarphatipark en zonnen maar. Het doet me altijd deugd om die anonieme gemeenschapszin van een stadspark te ervaren. Perfect strangers zitten en liggen gebroederlijk door en naast elkaar, elk verwikkeld in hun eigen pursuits, een soort van vriendelijke wereldlievendheid uitstralend die men niet zou verwachten in een harde stad als Amsterdam, en niet doorgaans ervaart tijdens 's mens wekelijks werkactiviteiten. De randen van het park worden bezet door een weinig veranderende groep pensionado's, die als een soort van beschermende haag de gouden jeugd omringen die zich in various states of undress gedrapeerd heeft op het grassige heuveltje bij het Sarphatimonument. U begrijpt, ik zit met mijn boekje tussen de oudjes... Kortom, een heerlijke zondag. Maar ja, het grote nadeel, je verwacht niet dat die zon zo fel kan zijn, en enigszins droog, verbrand en rood hobbel je huiswaarts.

Wat je op zo'n moment wilt is iets
scherps, lichts en koels. Kortom, JELLY! Het is wederom een van die oude gerechten, die je zelden op de kaart ziet en waar je niet meer de gewoonte van hebt om ze te willen eten. Maar ik kan u vertellen, een rabarberpudding zoals hierna volge is een prachtig gerecht, een heerlijke uiting van een van onze oudste groenten. Het zal u in al zijn roodheid herinneren aan zowel uw verbrande huidje als de heerlijk rode gloed van de avondzon die je luierige dag besloten heeft. Het recept is overigens - met een paar aanpassingen - van Nigella Lawson, dus we moeten haar danken voor deze verfrissing:

Ingrediënten (voor 8 puddinkjes)

-
1 kg rabarber, einden eraf gehakt en gesneden in stukken van een cm of vijf
- 400 g basterdsuiker
- 1 sinaasappel, schil geraspt en geperst
- 8 blaadjes gelatine
- 200
ml water of witte wijn
- 250
ml slagroom
- Eventueel wat
shortbread

Het is allemaal extreem simpel. Verwarm de oven tot 180 graden
celsius. Doe rabarber in een ovenschaal, samen met de basterdsuiker, de sinaasappel (schil en sap) en het water of de witte wijn. Meng alles door elkaar en bedek met aluminiumfolie. Doe in de oven en bak voor een uur. De rabarber zal dan erg zacht zijn en zijn sap zal vermengd zijn met het vocht in het bakblik. Daar ga je je pudding van maken. Zeef het sap in een schone kom en doe de resterende rabarber in een kom. Maak de gelatineblaadjes zacht in wat koud water, wacht een minuutje, en knijp uit. Meng de gelatineblaadjes door het rabarbersap en meng goed. Vet acht ronde bakjes in met wat zonnebloemolie of pindaolie. Verdeel het rabarbersap over de vormpjes. Zet in de ijskast en koel voor een uur of vier. Klop de slagroom stijf met een beetje suiker. Vouw de rabarber die je uit de ovenschaal hebt overgehouden er doorheen. Haal de puddinkjes uit hun vorm als ze mooi stijf zijn, en draai ze om op de bordjes waarop je het toetje wil opdienen. Als ze niet los willen laten, week de bakjes even in wat warm water totdat de pudding loslaat. Dien op met de rabarberslagroom en een shortbreadkoekje, als je het hebt. Zo serveren ze het in het restaurant St John's in Londen. Het is absoluut heerlijk, scherp en bijzonder. Alle succes en een prachtig weekend aan jullie allemaal/alledrie...!