Over mijn buik gesproken, waar is de aandacht voor het eten in deze campagne, hè. Weten wij überhaupt of de campagnetijgers een beetje gourmands zijn? Nee, horen we nooit iets over. Lijkt me toch een leuk programma-item. Doen we Smaken Verschillen met de kopstukken. Kan me eigenlijk geen betere metafoor voor het politieke proces voorstellen. Ik zie Femke al met een biologische caponata komen, Emile met oma's gehaktbal en Job met een Argentijnse dikbilbiefstuk, waar Wilders dan uiteraard weer tegen is. Netwerk kan lekker doorrekenen hoeveel het maal kost. En Henk en Ingrid kunnen hun input geven via Twitter. Resultaat is net als bij het programma dat iedereen uiteindelijk ontevreden is met zijn eigen score.
Maar ja, dat zal wel niet gebeuren. We zijn niet een erg gastronomisch volk. Weinig kans dat bij ons een leider wordt afgedaan met een one-liner als: Hoe kan je iemand vertrouwen die zo slecht kan koken? (to paraphrase Chirac over
Blair). Napoleon was pas 31 toen al een gerecht naar een van zijn veldslagen vernoemd werd (poulet Marengo). Na acht jaar Balkenende hebben we nog niet de minste Capelse wentelteef of Catshuis-kalkoen op zijn naam kunnen schrijven. Maar goed, onze premier heeft in die jaren ook niet zoveel gepresteerd als de Eerste Consul. Verste dat we komen is Cohen en zijn thee, en zelfs daarvan weten we niet wat zijn lievelingssoort is. Zelfs Harry Mens, iemand op wie je doorgaans kan vertrouwen om zijn gasten te vragen: "Hee Mat/Sjuul/Pim, ben jij ook een beetje goed in de keuken?" (Antwoord is steevast: Ja Harry, ik ben heel goed in karbonaatjes) houdt zich bij de huidige groep politici stil. Zo anders in het buitenland, waar een heel programma gewijd kan worden aan het favoriete gerecht van Charles de Gaulle (poule au pot).
Ik zie geen andere oplossing dan onze favo politici een beetje op weg te helpen om ook rechtgeaard gastronomisch Nederland voor zich te winnen. Mark, hier is er een voor jou!
Vichyssoisse
(... I know weer soep, but it's really really good.)
Ingrediënten
- 1 kg prei
- 180 g ui
- 180 g aardappels
- 1,7 l kippenbouillon
- 200 ml extra vergine olijfolie
- 6 takken peterselie, 2 takken tijm,
2 laurierbladeren
- handje bieslook
- 250 ml slagroom
- zout en cayennepeper
Dit is een recept waar een keukenmachine echt goed bij van pas komt, maar als je het niet hebt - zoals ik - is een groot mes natuurlijk ook prima. Begin met het donkergroene stuk van de prei te verwijderen, en het kontje te trimmen. Snijd de rest van de prei vervolgens in de lengterichting twee keer doormidden. Let wel op dat je het kontje niet afsnijdt. Vervolgens goed wassen. Je hebt dan als het goed is ongeveer 750 kg prei over. Pel de ui en snijd doormidden. Doe hetzelfde met de aardappels. Nu is het moment dat je als je een keukenmachine hebt, deze baby het werk laat doen. Zet er die "snij"-schijf op en voer de groente er in rap tempo doorheen. Snijd het kontje van de prei niet mee. Als je geen machine hebt, dan gewoon erg dun snijden. Het is belangrijk dat de groente dun is, omdat dat betekent dat de soep niet lang hoeft te koken, waardoor de verse smaak van de prei niet verdwijnt.
Doe 150 ml van de olijfolie in een diepe pan (inhoud 3 l ongeveer) en laat
het opwarmen. Voeg de groente toe, en laat het fruiten voor een minuut of vijf totdat de "rauwe" geur van de prei en ui weg is. Zorg er wel voor dat de groente geen kleur krijgt, dus vrij zachtjes doen. Verwarm vervolgens in een andere pan de bouillon (ik gebruik ook hier gewoon een goed blokje). Bindt de kruiden samen met wat touw en voeg toe aan de groente. Gooi hier vervolgens de warme bouillon bij. Breng aan de kook, zet dan het vuur laag en laat met de deksel erop een minuut of 10 pruttelen. Als de aardappels zacht zijn is de soep klaar. Haal het kruidenbuideltje uit de soep en pureer met een staafmixer/blender/passe-vite, wat je hebt. Voeg de slagroom toe, de resterende 50 ml olijfolie, samen met flink wat zout (je schrikt ervan maar 1,5 eetlepel is wel nodig) en cayennepeper (1/2 eetlepel). Meng weer en proef. Het kan zijn dat je nog wat meer zout of cayennepeper nodig hebt.
Nu kan je twee kanten opgaan,
een is koud, de ander is warm. Koud is traditioneel. Je zet de soep voor een uur of zes in de ijskast. Maar misschien heb je het geduld niet, en dan kan het natuurlijk ook warm. Het is wel zo dat koude zaken altijd minder smaak hebben, dus dan heb je wat meer zout en cayennepeper nodig. In beide gevallen dien je het op in een mooie soepkom en sprenkel je er wat dungesneden bieslook over heen. Beetje brood, glas sauvignon, lovely starter op een warme dag.