goedkoop. Daarnaast, mij werd laatst verweten dat deze blog alleen bestaat uit large plates of meat. Nu kan ik dat niet echt ontkennen. I luv meat. Maar goed, voor vegetariërs moet er - I guess - ook wat zijn. Dus. Bovendien, ik zag laatst deze fantastische Catherine Tate/David Tennant sketch, en sindsdien zit het in mijn hoofd. Ondanks de hype zij het me dus vergeven. Here comes: Risotto, Risotto, Risotto...ai funghi porcini.
Gli ingredienti (voor 2):
- grote hand risotto rijst (obviously, maar risottorijst is dus niet risotto rijst dat als zodanig aangemerkt staat in kant en klaar pakken van bekende rijstproducenten, helaas...; nee risotto rijst is een rondkorrelige rijst die meer zetmeel in zich draagt; kijk uit naar arborio, carnaroli of vialone; arborio schrijft het meest makkelijk te vinden te zijn, prima)
- 1 l bouillon (goed blokje kippenbouillon is prima; goed alternatief i
s ook de brodo ai funghi porcini (merk STAR) dat je op steeds meer plaatsen kunt vinden)
- takje tijm
- klein handje gedroogde funghi porcini (oftewel boleten, cèpes, eekhoorntjesbrood; porcini betekent varkentjes omdat de versie versie schijnt te lijken op de poten van een varkentje; is dat niet schattig, is dat niet schattig; nee, want het is onzin; lijkt er helemaal niet op, maar goed)
- grote hand verse paddestoelen (liefst een mengsel van wilde, maar anders doen kastanjechampignons het ook we
l hoor)
- hand versgeraspte parmezaanse kaas / grana padano (kant-en-klaas giet niet helaas; is gemaakt van zaagsel; kan je net zou goed er niet aan beginnen); goudse enz. is geen alternatief, smaakt te anders
- sjalotje
- eventueel stengel bleekselderij
- snufje gedroogde rode pepers (niet chilipoeder, is goor)
- glas witte wijn / witte droge vermouth (Noilly Prat of Martini Extra Dry)
- zout en peper
- extra vergine olijfolie en roomboter
Eigenlijk is risotto niet moeilijk.
Wel is het iets dat je gewo
on een paar keer moet doen. Het is
een kwestie van tour de ma
in. Dat laat zich niet stapsgewijs uitleggen en dan gaat het meteen goed. Je moet oefenen tot je een soort geheugen ontwikkelt in de spieren van je hand en in je oor, waaraan je herkent wanneer je wat moet doen. Maar, maakt u zich niet druk. Na een keer of vijf doe je het blind.
Goed, alle risotto begint hetzelfde, met de bouillon. Die zet je op een klein vuur en laat je langzaam warm worden, met daarin de tijm en de funghi porcini. Ondertussen snijd en ruk je verse paddestoelen tot kleinere stukken, zeg maar dikke plakken. Een koekenpan gaat op hoog vuur, beetje olijfolie erin e
n de paddestoelen. Laat ze goed sizzlen en kleur krijgen. Beetje schudden maar niet te vaak. Je wilt niet dat ze koken in hun eigen vocht. Afmaken met beetje zout en peper en op een bordje doen.
Dan snijd je de sjalot fijn, evenals - als je het hebt - de bleekselderij. Moet echt fijn zijn, zelfde grootte als de rijstkorrels. Een anti-aanbak, vrij diepe koekenpan wordt op laag vuur opgewarmd (dit kan ook een ander soort pan zijn, maar idealiter heb je een pan die vrij breed is en een beetje diep; de rijst kan zich dan goed verdelen
over de pan, wat voor een egale kooktijd zorgt; God, I'm sounding like a food ponce, maar goed).
In de pan wordt een goede scheut olijfolie gegoten, samen met de sjalot en de bleekselderij. Dit laat je voor een minuut of vijf fruiten (dus zacht en doorzichtig worden, zonder dat het kleur krijgt). Dat gedaan, gaat de rijst erin, een goede handvol dus. Die meng je door de groente en olie heen. Het vuur kan nu iets hoger, tot midden. Je hoort de rijst langzamerhand toasten; de geur van gebakken brood stijgt op. Meng nog eens, gooi het vuur nog een slag omhoog en het glas wijn / vermouth erin. Een krachtige bubbeling ontstaat in de pan, en een geur van wijn en alcohol stijgt op. Goede moment overigens om je bril af te doen. Alles door elkaar mengen, je ziet dat de rijst beetje begint te zwellen, tot het vocht bijna verdampt is.
Dan gaat he
t vuur weer lager, tot middenhoog weer, en er gaat een soeplepel bouillon doorheen, weer mengen. Nu komt de kern, roeren, roeren en nog eens roeren met een pollepel. Simpel proces, hoe meer je roert, hoe meer zetmeel vrij komt, hoe romiger het wordt. Je blijft steeds roeren tot het vocht bijna verdampt is en dan gaat er weer een lepel bij. Dit proces blijf je doen voor een minuut of tien, vijftien. De rijst is dan bijna gaar. Als je het proeft moet het nog beetje hard en
krijtachtig in de kern van de korrel zijn. De korrel zelf moet vrij gezwollen zijn. Dit is waar de o
efening een rol gaat spelen. Na een tijd voel je aan wanneer je er bouillon bij moet gooien, wann
eer roeren, wanneer het klaar is. Eerste keer is vast een teleurstelling, maar laat je niet ontmoedigen! Ervaring dus, geen woorden meer aan vuil maken.
Als de rijst zo bijna gaar is, gaan de porcini uit de bouillon en samen met de gebakken paddestoelen door de rijst. Je mengt dit goed. Inmiddels heb je ook iemand de parmezaan laten raspen. Het vuur gaat uit en je gooit door de parmezaan door de rijst, samen met 50g roomboter. Dit is het moment waarop de risotto een gerecht wordt. Het heet de mantecatura om een ongetwijfeld even charmante als nutteloze reden. Kort gezegd houdt het in dat de rijst een wordt met de kaas en de boter. Dit geeft het zijn rijke smaak en zachte textuur. Maar betekent in wezen dus gewoon mengen weer. Dan proeven en kijken of het nog wat zout of peper nodig heeft. De risotto gaat vervolgens op een mooi plat bord, dat je schudt om de risotto te verdelen. Een beetje decoratie met een sliertje goudgroene olijfolie, beetje parmezaan nog en wat fijngesneden peterselie. En dat was het weer. Het ideale lunch- of voorgerecht in deze koude dagen. Erg rijk, erg vullend, maar wel zo'n evergreen die je graag achter de hand hebt als de inspiratie ontbreekt. Oh, wat mis ik Toscane...
P.S. Daarbij drinken we dus een beetje vettige witte wijn, een Franse chardonnay bijvoorbeeld. Geen Australisch spul, dan wordt het weer te fruitig, maar ook niet een crispe sauvignon, dat zou te zuur zijn.